Als je over de Eerste Wereldoorlog leest, dan kom je vroeg of laat op het spoor van Bertrand Russell (1872-1970), Brits filosoof, historicus, wiskundige, humanist, pacifist, én rokkenjager zou ik eraan willen toevoegen.
Hij zat herhaaldelijk in de gevangenis wegens kritiek op de Britse inzet in de Eerste Wereldoorlog. Dat was toen een moedige daad van verzet tegen de gevestigde orde in het machtige Britse rijk.
Russell is zijn hele leven een principiële man en een antimilitarist gebleven. Hij bekritiseerde al vroeg het Russische stalinisme, verzette zich tegen de Amerikaanse politiek in Vietnam en ondersteunde nucleaire ontwapening.
In 1950 kreeg hij de Nobelprijs voor Literatuur voor zijn humanistische geschriften en zijn grote vrijheid van denken.
Geen wonder dat Russell gezien wordt als een boegbeeld van de 'vrijdenker', wat een heel mooi en opstandig woord is. Zegt Anton Constandse ("De wereld wordt geregeerd door dwazen, en de dwazen worden geregeerd door angst") u nog iets? Ik heb de man vroeger wel eens bespot tijdens zijn radiolezingen, maar nu, na al die jaren, zou ik dat niet meer doen. Beetje wereldvreemd misschien maar het hart (en de hersens) op de juiste plaats.
Bertrand Russell schreef een prachtig artikel 'waarom ik geen christen ben'. Hij was agnost (iemand die weet dat er niet achter te komen is of God wel of niet bestaat en daarom afziet zich er druk over te maken) én atheïst (iemand bij wie geloof in God afwezig is).
Hij was ook een rokkenjager. "Ook op het gebied van seksualiteit
had hij een voor die tijd zeer onconventionele opvatting. Zo zag hij
geen enkele reden om bijvoorbeeld seks buiten het huwelijk immoreel te
vinden. Iets kon volgens Russell alleen immoreel zijn wanneer het
anderen schaadt, en dat was volgens hem bij seks buiten het huwelijk
niet het geval" (citaat uit Wikipedia.nl).
Het lijkt erop dat zijn minnaressen (maar niet zijn echtgenoten) dezelfde opvattingen hadden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten