Een rare gewaarwording om in het tijdsbestek van enkele weken doof te worden aan één oor. En als bonus: duizelig en misselijk.
De arts van de spoedhulp maakte zich er vanaf met een ‘naar
binnen gedrukt’ trommelvlies. Dat kunnen we misschien perforeren zegt hij
verlekkerd, maar we proberen eerst neusdruppels. Die halen de druk er wat van
af en verwijden de vaten.
De eigen huisarts (die natuurlijk net afwezig was en dan moet je bij de huisarts in opleiding die van niks weet) deed een wildere gissing: het lijkt de ziekte van Ménière wel. Altijd een combinatie van doof, duizelig en misselijk. Ik dacht eerst nog dat hij de ziekte van Meunière zei en ik zag beelden van in roomboter gebakken tong met citroen en peterselie en dacht: ik zit goed met die ziekte als lekkerbek).
De eigen huisarts (die natuurlijk net afwezig was en dan moet je bij de huisarts in opleiding die van niks weet) deed een wildere gissing: het lijkt de ziekte van Ménière wel. Altijd een combinatie van doof, duizelig en misselijk. Ik dacht eerst nog dat hij de ziekte van Meunière zei en ik zag beelden van in roomboter gebakken tong met citroen en peterselie en dacht: ik zit goed met die ziekte als lekkerbek).
Door naar de kno-arts in wat restte van het Prinsengrachtziekenhuis. Het rook er naar nostalgie in dat ouderwetse trappenhuis. Wat een verlies dat het moest sluiten.
Misschien toch een virus zegt de dokter, maar Ménière kan inderdaad ook. Het snelle gehoorverlies past meer bij een virus.
Het oor is, eufemistisch gezegd, behoorlijk doof. De doofheid kan permanent zijn, maar ook verbeteren, het is afwachten. Zal verder onderzocht worden.
Je bent meteen flink gehandicapt. Je kunt geen ‘ diepte’ meer onderscheiden in geluiden en alles valt op je dak in een nerveus makende kakofonie. Je schrikt van mensen die plotseling opduiken en je denkt dat mensen naast je staan terwijl ze verderop staan te praten.
Dit lijkt me niet een goede ziekte voor iemand die, zoals
ik, enorm veel naar muziek luistert. Ik schreef aan een vriend: ik denk dat ik
maar overga van Wagner op Beethoven. Hij kon er wel om lachen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten