Een enkele keer moet ik nog wel eens terugdenken aan mijn werk. Een mooi bedrijf was en is het. Een tijdje maakte ik me daar druk over de vergadercultuur. ‘Er wordt te veel vergaderd bij ons’, hoorde ik vaak zeggen. Er werden grappen over gemaakt, ook door mij.
Mijn vaste grap was: wat is erger: ’s nachts dromen dat je bij ons in een vergadering zit of overdag aanwezig zijn in een vergadering en niet kunnen slapen?
Opvallend is dat de kritiek op vergaderen nooit tot een verandering in het vergadergedrag leidde. Iedereen gaat braaf naar zijn lange vergadering en laat zich meeslepen in het ritueel. Pas later, in de wandelgangen of thuis, komt de reflectie. Er wordt niet alleen te veel vergaderd, er wordt vooral slecht vergaderd en slecht vergaderen is een frustrerende bezigheid die energie vreet en soms wanhopig maakt.
Er zijn allerlei bekende 'technische' oorzaken voor slechte vergaderingen: de agenda deugt niet, er is geen duidelijk doel, te weinig efficiëntie of, nog erger, te veel efficiëntie. Of het allerergste: er zijn stoorzenders die de boel verzieken: de vergadertijgers.
Door die laatsten ga ik al jaren niet meer naar de vergaderingen van eigenaren van mijn appartementscomplex. Het geklets van de verstokte vergadertijgers (die wel uitstekende buren zijn) is te veel voor me.
De belangrijkste oorzaak voor alle onvrede is dat er te veel gepraat wordt en te weinig geluisterd. Er is te veel discussie en te weinig dialoog.
Het woord ‘discussie’ is afkomstig van het Latijnse ‘discutere’ en betekent ‘uiteenslaan’. Dialoog betekent ‘tweegesprek’. Dat is toch andere etymologische koek?
Kun je er iets aan doen?
Er is maar één manier om beter te vergaderen en dat is door zelf het goede voorbeeld te geven en op te schuiven van discussie naar dialoog. En als je ziet dat het onbegonnen werk is, voor jou of voor de anderen, probeer dan gewoon weg te blijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten