Powered By Blogger

vrijdag 1 september 2017

Albert Camus is mijn held


Ik heb de boeken van Albert Camus weer eens gelezen. Niet alleen schrijver maar ook filosoof. Van het absurdisme zegt men. Aanvankelijk het existentialisme, maar hij raakte gebrouilleerd met Sartre. Camus kwam op 46 jarige leeftijd om bij auto-ongeluk in Frankrijk en had toen de Nobelprijs al gekregen. 

Ik begon met ‘De vreemdeling’ die ik kocht op een boekenmarktje. Ik heb het ook in het Frans maar Nederlands leest toch lekkerder. Een deprimerend boek qua thematiek maar prachtige en vlot geschreven. 

Camus gaf ooit zelf aan dat zijn boek ging over: als je niet huilt op de begrafenis van je moeder, loop je het risico ter dood veroordeeld te worden. Eigenlijk een goede (en grappige) samenvatting van het verhaal maar onbegrijpelijk als je de details niet kent. Zijn beroemdste boek is ‘De pest'. Ook aangrijpend.

Camus is een bijzondere man, een held 'pur sang'. Iemand die zich zijn hele leven, toen daar moed voor nodig was, verzet heeft tegen dictators en dictaturen. Hij was ook hét voorbeeld van iemand die niet  'politiek correct' was, al bestond dat woord nog niet. De onvolprezen 'Urban dictionary' geeft de volgende definitie: "pathetically weak people that don't have the balls to say what they feel and mean are politically correct pussies".

In 2009 had toenmalig president Sarkozy het plan opgevat om de stoffelijke resten van Camus bij te zetten in het Panthéon in Parijs, oorspronkelijk een katholieke kerk maar sedert lang de rustplaats van de groten van de Franse geschiedenis: Voltaire, Rousseau, Victor Hugo, Emile Zola, Jean Moulin, Jean Monnet, de Curie’s, André Malraux, Alexandre Dumas père en vele anderen. In 2017 nog Simone Veil.

Camus ging uiteindelijk niet omdat zijn zoon Jean Camus zich er tegen verzette; hij was bang dat Sarkozy politiek met de eer zou gaan strijken, een benepen opvatting van Jean fils. 

Aan het Panthéon heb ik nog hele verre herinneringen. Na mijn afstuderen ging ik met twee medestudenten naar Parijs. We namen een heel goedkoop en vies hotel in Quartier Latin dat Hotel des Grands Hommes heette. Uit de kamer keek je zo op de achterkant van het Panthéon dat ’s nachts stemmig verlicht was. Onze kamer zat vol met kakkerlakken en we pisten in de wasbak. We ontdekten toen de kroeg Polly Magoo die jaren terug nog steeds bestond. Eén van mijn kameraden versierde daar een Scandinavische meid die hij vervolgens onze kamer op smokkelde. In de ochtend moesten ze rennen voor de hotelier die niet geamuseerd was. Het hotel bestaat nog steeds maar is nu een chique drie sterren hotel op die geweldige plek, je slaapt er naast de grote geesten.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten