Vijf jaar geleden kon ik nog geen
koolmees van een pimpelmees onderscheiden. Door een tuin is dat veranderd. Ik
blijf op afstand van de fanatieke vogelaar. Die zoekt zeldzame gevallen en
jaagt ze vervolgens weg met massaal uitgerukte andere vogelaars.
Ik kijk liever naar het dagelijkse
leven van de tuinvogel: hoe en wat ze eten (hun tafelmanieren), hoe ze baden in
mijn waterbak, hoe en wanneer ze dreigen en (soms) vechten, waarom mijn
nestkastjes er zo vaak voor niks hingen, hoe ze jonkies krijgen en verzorgen
(overwerk). En wie de baas is aan de voedertafel (ik voer de vogels ook gewoon
in de zomer, dat mag tegenwoordig van de Vogelbescherming).
De ekster is baas. In de tuin zat
een gezin in een indrukwekkend nest mét een dak. Een buurman vond dat ik het nest
moest weghalen omdat eksters wel eens een jong vogeltje opeten. Je hebt dus
blijkbaar goede vogels en slechte vogels. Dat is natuurlijk grote onzin. Er is
immers nooit sprake van wreedheid, alleen van honger.
Voer komt niet steeds terecht bij
de rechthebbenden. De speciale pindakaas met meelwormen is voor de koolmezen.
De kauwen en de eksters zijn het daar niet mee eens en hangen als
trapezewerkers onder het afdak van de schuur te
slingeren of doen alsof ze een enorme kolibrie zijn en pikken de heerlijkheden
mee in fladderende stilstand. Zo'n potje is in de winter in twee dagen leeg. De
mussen laten elkaar aardig met rust en ze eten samen in no time hun bord leeg, net sprinkhanen.
De roodborst kijkt gemeen. Is een
'lone wolf'. De merels hebben altijd haast. Opzij, opzij, opzij. Het meest
gestreste vogelvolk. Laten zich in de winter koeioneren door de kramsvogel die
heer en meester is en alles en iedereen aanvalt. Gek op appels. De koolmees
wint het van de pimpelmees. Zijn stropdas is zwarter en groter (black collar
crime?). De krachtigste snavels hebben de vinken en de groenlingen. Ze pletten
met gemak alle zaden. Ze zijn goed gecamoufleerd. De houtduif marcheert over de
rest heen. Hij heeft een Pruisisch-militaristische uitstraling en een dito
dreiggedrag.
Je ervaart de onverbiddelijkheid
van de sterkere in de vogelwereld. Geen sociale voorziening voor de houtduif
met één pootje. Zijn soortgenoten jagen hem weg en hij mag erbij als de anderen
genoeg hebben.
Spreeuwen zijn mooi en slim. Onttrekken zich aan het geruzie, zijn niet bang (integendeel) en zijn gewoon bezig met (door)eten. Stijgen op mijn lijstje favoriete vogels. Ik zag zelfs een witte spreeuw. Vreemd gezicht. Hij had maar een paar zwarte stukjes.
Spreeuwen zijn mooi en slim. Onttrekken zich aan het geruzie, zijn niet bang (integendeel) en zijn gewoon bezig met (door)eten. Stijgen op mijn lijstje favoriete vogels. Ik zag zelfs een witte spreeuw. Vreemd gezicht. Hij had maar een paar zwarte stukjes.
De nestkastjes zijn in trek, dat
heeft jaren geduurd. Ze werden alleen gebruikt als overnachtingsplek.
Tuinvogels moeten wennen en nemen daar de tijd voor.
Het meest hou ik van het winterkoninkje. Zingt als Bianca Castafiore.
Het meest hou ik van het winterkoninkje. Zingt als Bianca Castafiore.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten