nar Gonella, 1442 |
De hofnar voorkwam isolement van de heerser. Dankzij de hofnar kwam de heerser, omringd door jaknikkers, te weten wat er leefde onder zijn onderdanen.
Erkenning en
waardering krijgt de nar in belangrijke werken als "Lof der Zotheid"
(1509) van Erasmus en in teksten van Shakespeare. In Twelfth Night (in het
Nederlands: Driekoningen) uit 1600 bijvoorbeeld wordt de "Fool" door
Viola geroemd om zijn maat.
This fellow is wise enough to play the fool,
And to do that well craves a kind of wit.
He must observe their mood on whom he jests,
The quality of persons, and the time;
And like the haggard, check at every feather
That comes before his eye. This is a practice
As full of labor as a wise man's art;
For folly that he wisely shows is fit,
But wise men, folly-fall'n, quite taint their wit.
(Shakespeare, Twelfth Night III.i.67; Viola)
Die knaap is slim genoeg voor nar te spelen,
Dat goed te doen, vraagt toch om iets verstand;
Want wat zijn slachtoffers bezielt, hun rang,
Hun tijd - moet hij scherp in de gaten houden,
En als een havik duiken op elk veertje
Dat hem voor ogen komt. Een bezigheid,
Niet minder moeizaam dan de ernst der wijzen:
Want dwaasheid wérkt, mits men er wijs mee omspringt;
Maar wijzen die de dwaas uithangen falen.
(Driekoningen, vert. Bert Voeten 1991)
De nar kon ook te ver gaan |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten